Bloembestuiving

Bestuiving is de overdracht van stuifmeel (met mannelijke geslachtscellen) van een helmknop (deel van de meeldraad) naar de stempel (deel van de stamper, waarin de vrouwelijke eicel). Dit proces gaat vooraf aan de bevruchting (samensmelten van de geslachtscellen).

Bestuiving kan gebeuren binnen één enkele bloem (zelfbestuiving), of tussen verschillende bloemen van dezelfde plant (buurtbestuiving) of tussen bloemen van verschillende planten van dezelfde soort (kruisbestuiving). Bij de meeste planten gebeurt de bestuiving door insecten of door de wind.

De bloemen die bestoven worden door insecten hebben volgende kenmerken:

• opvallende kleur en kleurpatronen
• doordringende geur. bijv. bij nachtbloeiers zoals Kamperfoelie (Lonicera sp.), geur van rottend vlees bij de Aronskelk (Arum maculatum)
• kleverig of stekelig stuifmeel
• nectarproductie in nectarklieren.- een spoor met nectar
• een nectarmerk: strepen of vlekken op het bloemdek die de insecten aanlokken
• groepering in een bloemgestel, soms met steriele lokbloemen
• bijzondere bloemvorm. bijv. Vliegenorchis (Ophrys insectifera), Hommelorchis (Ophrys fuciflora)
• bloeiwijze "aangeboden" als broedplaats voor insecten.
• diepe ligging van de meeldraden die de insecten dwingen om in de bloem te dringen
• landingsplaatsen zoals de onderlip. bijv. Salie (Salvia pratensis)

Zulke bloemen zijn vaak oook bedekt met patronen die enkel zichtbaar zijn in UV-licht, dat insecten kunnen zien.

	Drachtplanten kalender
		Bloeitijd zijn gemiddelden.
	soortnaam	begindatum	einddatum	kleur stuifmeel
	Wilg	20 maart	15 mei
	Fruit	10 april	15 mei
	Paardebloem	15 april	15 mei	vurig oranje
	Kastanje	25 april	15 mei	steenrood
	Koolzaad	1 mei	31 mei	lichtgeel
	Esdoorn	5 mei	25 mei
	Korenbloem	5 juni	20 juli
	Witte Klaver	20 juni	25 juli
	Linde	20 juni	15 juli
	Mosterd	20 juni	20 juli
	Phacelia	15 juli	15 augustus	diep paars

Terug naar "Het nut van de bijen"